Van uitstel komt afstel, zei mijn moeder altijd. Is dat waar? Moet je altijd ieder voornemen meteen uitvoeren of is uitstel een prachtig gegeven?

Als ik bedenk wat ik allemaal nog moet doen, dan word ik gek. De schuur opruimen, een leuke vent vinden en houden, een andere auto kopen en o ja, de afwasmachine moet ook nog worden uitgeruimd. Hoe zorg je ervoor dat je alles doet wat werkelijk gedaan moet worden?

  1. Maak een lijst (jawel, daar issie weer: de lijst!) en noteer álles maar dan ook álles wat je wilt doen. Je huis verven, je moeder bellen, het plafond witten… schrijf het maar op!
     
  2. Nu ga je de lijst splitsen: Wat moet echt NU? De container aan de straat zetten als straks de vuilniswagen komt is een NU-dingetje. Eten maken voor hongerig nageslacht? Ook vandaag. Alle dingen die je vandaag moet doen kunnen meteen afgestreept worden.
     
  3. Dan nu de dingen die best wel snel moeten gebeuren. Een winterjas kopen (of juist een zwembroek), je auto laten keuren of je moeder bellen: Deze dingen ga je plannen in je agenda. Gewoon, alsof je een kappersafspraak plant. Zodra deze klusjes een time slot hebben mag je ze van de lijst afhalen.
     
  4. Nu komen we bij de lastigere dingen. De schuur schuren, het plafond witten, de belastingaangifte doen over 2020… Kortom: alle dingen die steeds maar vooruitgeschoven worden. Ook die ga je plannen, nog niet op de dag nauwkeurig maar grof: De schuur komt in juni aan de beurt, het plafond gaat in januari volgend jaar aangepakt worden en die belastingaangifte gebeurt in maart. Nu hoef je tot die tijd je geen zorgen meer te maken.

Het voordeel van deze methode? Je hoeft niets meer te onthouden, je hebt alles onder controle en je weet bovendien waar je nog tijd over hebt om leuke dingen te doen!