Stel, je werkt nog steeds voor het leeuwendeel thuis. Je hebt zowaar een heus kantoorkamertje ingericht. Er staat een bureau en je hebt zelfs een officiële bureaustoel, een kast en ook een leesstoel. Tot zover helemaal fijn. Maar wát doet die stapel schoolboeken van je dochter op de hoek van jouw bureau? En waarom slingert er een half uitgepakte sporttas van je zoon??

“Ik word helemaal gek van die kinderen van mij. Hoe moet ik hier nou werken?! Echt, ze hebben geen enkel respect voor mijn ruimte. Ik hoef me maar even om te draaien of mijn dochter annexeert mijn bureau. En m’n zoon denkt dat mijn kamer zijn kleedkamer is!”

Als opruimcoach kwam ik regelmatig in dit soort situaties terecht. Maar de troep beperkte zich in dit geval niet tot het kantoor. Het was overal. Oud papier in de hal. Schoenen op het toilet. Hondenriem in de fruitschaal. Strijkplank voor de TV. Tuinkussens achter de bank. Het kantoor bleek niet de enige uitdaging in dit huis.

Tijdens de lunch kwam telg 1 thuis, een prachtige puberbitch! Ze vroeg aan haar moeder of ze straks ook een opgeruimde kamer kon krijgen. Er ontstond een discussie zoals alleen een moeder en dochter die kunnen hebben. Na een paar nare opmerkingen verdween het kind naar boven en keerde de rust weer terug.

“Wat doet dat met jou als je dochter zegt dat je haar niet het goede voorbeeld geeft?” Moeder keek moedeloos voor zich uit. Sinds de scheiding had ze alles alleen gedaan. Haar kinderen wilde ze niet belasten dus hun leven moest doorgaan zoals ze dat gewend waren. Maar ondertussen kon zij het niet meer aan. De verhuizing alleen al was een drama. Pas op de verhuisdag realiseerde zij zich dat ze geen spullen voor de kinderkamers had geregeld! Bedden en kasten bleven namelijk allemaal in het huis van vader. Snel schafte ze een paar bedden aan en verdween het theekastje van oma naar de kamer van haar dochter. Dan kon ze in ieder geval haar make-up kwijt. Zoonlief kreeg de oude keukentafel en een klapstoel en daar is het bij gebleven. Geen kledingkasten, geen boekenplanken, nergens plek voor wat dan ook.

De weken die volgden werden besteed aan het goedkoop aanschaffen van meubilair. Puber 1 kreeg een bureau waaraan ze in het vervolg huiswerk kon maken en een kledingkast waar haar enorme hoeveelheid kleding in paste. En puber 2 was blij met een echte bureaustoel en gordijnen, eindelijk!

Toen de kinderen hun eigen plek hadden gevonden was het niet meer nodig om het kantoortje van moeder te bezetten. Iedereen (en alles) had zijn eigen plek in huis gekregen. Er ontstond rust en overzicht. Niet door het kantoor van moeder aan te pakken, maar door de rest van het huis opnieuw in te richten.

Heb jij ook zo’n chaotisch kantoortje waar iedereen z’n zooi neer kiepert? Kijk dan eens wat je eraan kunt doen. Kom je er zelf niet uit? Bel mij dan maar even, dan kijken we samen.